Dit artikel verscheen eerder in het Eysink Allerlei clubblad
Er bestaan veel verhalen over ervaringen met de RDW. Keurmeesters worden geprezen of met de grond gelijk gemaakt. En alles daar tussenin.
Dit jaar (2021) mocht ik twee keer ervaring opdoen met de RDW.
In het voorjaar bood ik een Eysink jubileum 125cc motorfiets uit 1940 aan voor een kentekenkeuring. De eerste opmerking die de keurmeester maakte was: hé, geen Villiers?? Nee. Mijn Eysink heeft een 125cc JLO blok (waarvan er overigens maar weinig bekend zijn). De motor had ik gelaten in de staat waarin hij bij aankoop verkeerde. Op zijn best een “oudere restauratie” te noemen. Maar technisch had ik hem helemaal in orde gebracht. “Oh, je hebt er ook een remlicht opgebouwd. Dat had helemaal niet gehoeven want dat was destijds helemaal niet vereist”, was een tweede bemoedigende opmerking. Licht werkte etc. etc. en de motor werd zonder problemen technisch goed gekeurd.
Kers op de taart was dat de keurmeester zijn best ging doen om op basis van de aangeleverde oude papieren het originele kenteken weer bij de motor te krijgen. En dat lukte!
Toen ik dus een half jaartje later een magnifiek gerestaureerde Eysink kampioen brommer uit 1965 aanbood voor kentekenkeuring zag ik geen vuiltje aan de lucht. Er was immers een aankoopfactuur, dateringsinformatie en originele Eysink folder uit 1965 voorhanden. Ik had me ingelezen op de site van de RDW en geen obstakel gevonden. Ook nog even contact gehad met de Eysinkclub en wat mondelinge informatie gehad. En de brommer zag er prachtig uit.
Maar toen. Totaal onverwacht werd er door de keurmeester geen kenteken verstrekt omdat hij het vond: “Het voertuig voldoet niet aan de volgende eisen: Voorgeschreven platen/identificatie. Toelichting: Geen ingeslagen Vin, en VIN plaatje is zelf gefabriceerd en nieuw.”
Dit probleem ontstond omdat ik voor keuring een Eysink brommer aanbood die gebouwd is in de periode waarin de firma geen framenummers insloeg maar deze alleen vermeldde op een aluminiumplaatje op het balhoofd. (ook Sparta en andere merken als Flandria hebben een periode gehad waarin ze zo werkten). En in mijn geval vond de keurmeester dat het plaatje op deze magnifiek gerestaureerde brommer te mooi en dus nieuw en ook nog zelfgemaakt was…………………. Ik mocht onverrichterzake naar huis.
Ik zag me dus genoodzaakt om een uitgebreid dossier op te bouwen om deze conclusies te weerleggen. Als aanvulling op de al aangeleverde informatie heb ik onder andere opgenomen: schriftelijke verklaringen van de restaurateur, de verkoper, de Eysinkclub, voorbeelden van originele framenummerplaatjes, foto’s van gekentekende Eysinks met eenzelfde plaatje, internet informatie etc.
Op basis van mijn dossier heeft de RDW vervolgens een kenteken verstrekt én ik mocht nog eens opdraven om het framenummer (VIN) in te laten slaan op een vast deel van de brommer (i.c. het frame).
Je kunt je voorstellen dat ik niet héél erg blij was met dit verloop. Ik ben voorafgaand aan het tweede bezoek aan de RDW nog eens goed gaan kijken naar de beschikbare informatie op de RDW site en internet. En heb de keurmeester ter plekke nog wat aanvullende vragen gesteld.
Conclusie: de RDW informatie is niet eenduidig en daardoor kon ik in deze situatie verzeild raken.
Wat ik ervaren heb en de inzichten die ik heb verkregen wil ik graag delen omdat dat veel gedoe kan voorkomen voor eenieder die een kenteken wil op zijn oldtimer brommer of motor.
De RDW wil bij de keuring uiteraard de mogelijkheid van fraude of diefstal uitsluiten. Daarvoor is het aangeleverde informatie belangrijk. Verder voeren zij een technische keuring uit én voeren zij hun wettelijke verplichtingen uit met betrekking tot identiteitsvaststelling en VIN = voertuig indentificatie nummer.
Dus begint hun taak bij het vaststellen van de herkomst: een aankoop factuur is nodig. Als er geen sprake is van aankoop maar bijvoorbeeld van een gift of van een familiestuk dan is schriftelijke onderbouwing nodig. Brieven, foto’s, oude rekeningen die te herleiden zijn tot het voertuig. Bijvoorbeeld oude kentekens. Zeker bij import uit het buitenland is het aanwezig zijn van papieren een must.
Van essentieel belang is het framenummer en daarbij kunnen er meerdere situatie zijn:
- Framenummer aanwezig en duidelijk leesbaar
- Framenummer aanwezig maar moeilijk of niet leesbaar
- Geen ingeslagen framenummer. Enkel een opgelast of gepopnageld plaatje.
Moet je nog aan de restauratie beginnen dan is het verstandig om al direct aan afspraak te maken bij de RDW zodat ze foto’s en notities kunnen maken en de identiteit al kunnen vastleggen. Zij labelen dan direct delen van het voertuig. Dit voorkomt latere discussie zoals in mijn geval waarbij het plaatje er – overigens net als de rest van de brommer- super mooi en als nieuw uitzag. In het clubblad van de VMC (Veteraan Motoren club) heeft ook ooit een verhaal gestaan over discussies over het “te mooi uitzien van de ingeslagen nummers”…(die wel origineel waren). Waarna ook een behoorlijke lijdensweg en zelfs rechtsgang volgde. Dus, tsja. Voorkomen is beter dan genezen.
Zoek op de site van de RDW met het trefwoord: “restauratie” en je vindt uitgebreide toelichtingen. De eerste toelichting heet al meteen: “Voorkom identificatieproblemen bij de restauratie van voertuigen”😊.
Bouwjaar en model.
Dit zijn ook belangrijke gegevens voor het RDW. Oude folders en advertenties zijn een goede bron. Merkenclubs hebben vaak lijsten met framenummers en modellen en bouwjaren. In het algemeen is dit geen al te moeilijke taak. Maar ook hier geldt: hoe meer houvast, des te fijner het voor de keurmeester is.
We moeten ons realiseren dat de RDW – in tegenstelling tot andere landen – in al haar wijsheid in de jaren negentig van de vorige eeuw heeft besloten om alle oude gegevens op te schonen en te vernietigen. Zij kunnen bij oudere voertuigen nergens meer op terugvallen en zijn afhankelijk van wat wij bij onze machines aanleveren. Dat is natuurlijk eigenlijk de omgekeerde wereld en daar kun je oeverloos over klagen, maar het ís nu eenmaal zo en al is echt zwaar knudde: we moeten het er mee doen.
Ook technische informatie: bijvoorbeeld hoeveel pk het motorblok levert, is van harte welkom.
OKÉ Je bent je zover. Dossier op orde. Restauratie voltooid. Op naar de kentekenkeuring. Die boek je via de RDW site. Het loont de moeite om bij verschillende keuringsstations te kijken. Er kunnen behoorlijke verschillen zitten in de wachttijden. En je kunt meer dan 1 actie aanklikken. Daar kom ik zo op terug.
Bij de keuring kopieert de RDW de hele papierwinkel uit je dossier.
De keurmeester controleert en noteert framenummer en tal van andere technische zaken.
De keuringseisen zijn volgens de eisen uit de tijd waaruit het voertuig stamt.
Was er destijds bijvoorbeeld geen remlicht verplicht dan hoeft dat er nú ook niet op te zitten. Technisch moet het voertuig veilig zijn: dus verlichting en remmen moeten goed werken. Maar lampen en reflectoren hoeven niet aan de EU normen van nu te voldoen. Vlak glas was normaal in de dertiger jaren en dus ook toegestaan bij de keuring van een dertiger jaren voertuig.
Wil je er met z’n tweeën op zitten dan moeten daarvoor zitplaatsen en voetsteunen aanwezig zijn. De banden moeten goed en recent zijn. Allemaal logische dingen. Geluid kan worden gemeten. Een brommer gaat op de rollenbank. En ook wordt het voertuig gewogen.
Extra aan te klikken acties.
Als je een keuring aanvraagt dan kun je extra aanklikken: identificatie en VIN inslag.
En dáár ben ik de mist in gegaan: want bij het aanvragen van mijn keuring heb ik opgezocht wat dat inhield en ik kwam uit bij de volgende tekst:
Onderzoek en Inslag van het Voertuig Identificatienummer
Als een Voertuig Identificatienummer (chassisnummer)
- veranderd of verwijderd
- door roest of schade geheel of gedeeltelijk onleesbaar is of
- niet is ingeslagen op een vast deel van het voertuig
dan kan de RDW het Voertuig Identificatienummer in het voertuig (her)inslaan.
Het voertuig wordt eerst onderzocht om vast te stellen of het gewenste nummer bij het voertuig behoort. Het tarief is opgebouwd uit een bedrag voor het identiteitsonderzoek en een bedrag voor de (her)-inslag van het identificatienummer.
Er staat “kan (her)inslaan” , niet “zal (her)inslaan “of “moet (her)inslaan”.
Ik dacht ik dat ik dat dus niet aan hoefde te vragen. Vanwege van het restauratieniveau van de brommer, de aankoop factuur met framenummer, de bekende herkomst, en de (mondelinge) informatie van de Eysink club dat Eysink en andere merken zonder ingeslagen framenummers werkten. En omdat er al meer Sparta’s en Eysink van die jaren op kenteken staan. Een voor de RDW bekende situatie dus. Maar de keurmeester trok een andere conclusie zoals aan het begin van mijn verhaal weergegeven.
Tijdens de dossieropbouw ben ik ook nog verder gaan zoeken naar het VIN inslaan. Met betrekking tot oldtimers en framenummers had ik op Wikepedia al het volgende gelezen:
“Als een origineel door de fabriek op het frame gemonteerd plaatje met ingeslagen chassisnummer aan de eisen voldeed bij toelating van het voertuig, voldoet dat nu nog steeds. Een technisch in orde zijnde legale oldtimer (auto) met origineel door de fabriek op het frame gemonteerd VIN nummer, die altijd werd goedgekeurd door APK keurmeesters en technisch in orde afgemeld met het gecontroleerde chassisnummer, mag niet worden afgekeurd op ontbreken van een ingeslagen nummer volgens de huidige eisen.”
Pas op. Hier gaat het over technische (APK) keuringen. Niet over het keuren voor het afgeven van een kenteken. Dat had ik aanvankelijk niet zo gelezen. Ik dacht: “als alleen het VIN-plaatje goed was toen ze op de markt kwamen, dan is dat nu nog zo”.
Verder vond ik niets en daarom heb ik de vraag voorgelegd aan de keurmeester. Die mij prima heeft geholpen door het leveren van de wettelijke achtergrond. (zie bijlage)
De kern van het probleem zit ‘m in het feit dat heden ten dage de keurmeesters bij het afgeven van een kenteken gebonden zijn aan Europese wetgeving die hen verplicht om een VIN nummer in te slaan als het framenummer niet is ingeslagen maar alleen op een opgelast of gepopnageld plaatje staat. En voorafgaand daaraan moet de identiteit zijn vastgesteld: of te wel: “hoort dit framenummer bij dit voertuig??”
En daarmee ben ik weer bij het begin van dit verhaal. Zorg ervoor dat die identiteit zo snel mogelijk vastligt bij de RDW.
Overigens was deze keurmeester ook van mening dat in de informatietekst op de RDW site het woord “kan” beter vervangen zou worden door “zal” of “moet”.
Het zou míj in elk geval alerter hebben gemaakt en veel eerder op het pad van de uitgebreide dossier vorming hebben gezet.
Ten slotte nog een opmerking over de kosten: mocht je meerdere bezoeken moeten afleggen bij de RDW dan is het zinvol om naar de opbouw van de kosten te kijken en daar zo nodig over in gesprek te gaan. Kosten voor identiteitsonderzoek kom je bijvoorbeeld meermaals tegen bij de verschillende aan te klikken acties.
Ik hoop dat velen hun voordeel kunnen doen met dit verhaal en in de toekomst probleemloos en vlotjes door de keuring heen zullen komen.
Ikzelf kan gelukkig nu kilometers gaan maken op mijn prachtige Eysink kampioen 😊
Met als slot een extra woord van dank aan Wout, Dick en Pierre die hun best gedaan hebben mij waar mogelijk te helpen bij het oplossen van mijn probleem.